Via Ghislain Duchâteau van NDN Netwerk Didactiek Nederlands vernam ik het overlijden van Hugo de Jonghe, een pionier van effectief onderwijs Nederlands in Vlaanderen. Dit filmpje toont hem twee jaar geleden. Zo heb ik hem gekend: de rijzig-slanke gestalte, de stem in ‘onvervalst’ Nederlands, de houding van gentleman met een zweem van grandeur die ontzag en bewondering afdwong, de sportief-Britse stijl van kleden. Zijn vechtersmentaliteit voor zijn taal, zijn veeleisendheid en ook wel eigenzinnigheid.
Ik weet nog goed dat ik in mn eerste vergaderingen van de VVKSO-leerplancommissie Nederlands onder zijn voorzitterschap mijn mond niet durfde te roeren uit angst om op onjuist Nederlands in taal (oei, grammatica en uitspraak) ‘betrapt’ te worden. We vergaderden oorspronkelijk in een school in Vilvoorde omdat hij wat ‘op afstand’ wilde blijven van de Guimardstraat. Maar ach, ‘gevaarlijk’ was hij niet, toch wel beetje vervaarlijk, tegelijk minzaam en streng, de immer strijdbare Hugo de Jonghe van ZOVEEL Nederlands: ik denk dan aan de onderwijsterreinen waarop ik hem samen met mijn even strijdbare mentor en onderwijsadviseur Mark Van Bavel (thnx forever) mocht ontmoeten, conferenties Het Schoolvak Nederlands – nu Onderwijs Nederlands, lerarenbegeleiding, professionalisering, leerplan en eindtermen, workshops, Europese Letteren, … Onvergetelijke kansen & stimulansen & uitdagingen die dankbaar stemmen. Als leraar Nederlands was je nooit alleen.
Zijn verdiensten voor het onderwijs Nederlands zijn groot en de omvang ervan is zelfs niet goed in te schatten. Al van in de jaren 60 is hij actief geweest om
“een meer effectief onderwijs van het Nederlands tot stand te brengen”
en die bekommernis heeft hem tot zijn laatste levensdag bewust bezield. Wij zijn hem dan ook veel dankbaarheid en respect verschuldigd vanuit het leervak Nederlands. (NDN, overlijdensbericht, 24 maart 2015.)
R.I.P. Hugo de Jonghe.
Ik herinner me een lift van Beigem (Grimbergen) naar het Sint-Pietersinstituut in Gent (waar we ook een tijdje met de VVKSO-leerplancommissie vergaderden, niet Janien?). We hadden het over de klavecimbelmuziek die uit de autoradiocasette klonk. Dat wil zeggen, Hugo had het over die prachtige 16de eeuwse instrumenten en ik vernam veel over hun geschiedenis terwijl we de muziek beluisterden. Het moet in de wintermaanden ( januari, februari ) van dat jaar geweest zijn. want toen ik enkele jaren geleden een nieuwjaarsconcert van Korneel Bernolet voor de Vlaamse Academici van Mechelen bijwoonde, associeerde ik die muziek onmiddellijk met die winterse autorit naar Gent.
Hugo, voor altijd, een gedistingueerde vriendelijke man die je ten gepasten tijde corrigeerde, ja , maar altijd met de beste bedoelingen, al weet ik dat niet iedereen die mening zal delen.