Gedeeltelijk herblogd van Literatuur & Samenleving:
Het onderwijsontwikkelingsonderzoek van Gertrud Cornelissen naar de uitwerking van literaire gesprekken op de literaire competentie van leerlingen uit de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs toont aan dat gesprekken over door leerlingen gelezen boeken een groei teweeg brengen in hun belevingen, interpretaties en beoordelingen. De groei is vastgesteld met het ontwikkeld meetinstrument voor literaire competentie, met daarin de onderscheiden dimensies beleving, interpretatie, beoordeling en narratief begrip. Leerlingen maakten de sterkste ontwikkeling door in beargumenteren van belevingen en interpretaties, met als belangrijke bevinding dat belevingen de basis vormen voor de groei in de andere dimensies.
De onderzoekgegevens komen uit het uitgevoerde onderwijsleertraject ‘Literaire gesprekken in de bovenbouw van de basisschool’. Leerlingen uit twee groepen 7 en een groep 8 hebben gedurende een jaar thuis vier boeken gelezen en in de klas hierover gesprekken gevoerd. Ook hebben ze bij ieder boek post-its-opmerkingen gemaakt, recensies en dagboekfragmenten geschreven.
Alle gesprekken zijn opgenomen op video en geïnterpreteerd naar de relatie tussen de vier onderscheiden dimensies van literaire competentie. Hieruit kon worden geconcludeerd dat vanuit het beargumenteren van belevingen er een ontwikkeling plaatsvindt in het benoemen en beargumenteren van interpretaties en beoordelingen. Het kort noteren van opmerkingen tijdens het lezen over individuele leesbelevingen en interpretaties maakte de leerlingen bewust van hun eerste literaire gedachten. Deze notities vormden de basis voor de gesprekken met elkaar. [ik gebruikte de boldtoets]
Mijn reactie
Wetenschappelijk onderzoek uit Nederland (Vrije Universiteit) op het gebied van literatuuronderwijs in de basisschool (bovenbouw)! In de basisschool! Mooi! Chapeau!
De didactische aanpak zoals door Ben Peperkamp geblogd doet me sterk denken aan die in het Vlaamse literatuuronderwijs op het niveau van het secundair (voortgezet) in de periode dat ik nog lesgaf. Kort: we schreven leesbelevingsverslagen, voerden literaire gesprekken, werkten aan literaire woordenschat en bouwden aan literair inzicht via interpretatie en beoordeling. Die didactiek was ontegensprekelijk geïnspireerd en gevoed door Nederlandse ‘gidsen’, o.a. Dick Schram die ik zo-even nog tegen het lijf liep op Literatuur & Samenleving. Om slechts één grote naam te noemen. Dat zo’n literatuurdidactiek bij schoolkinderen in groepen 7 en 8 van het basisonderwijs in Nederland (vergelijk Vlaanderen: 5e en 6e leerjaar) groei teweegbrengt in hun beleving, interpretatie en beoordeling (zie ook bold in de herblog), is nu door Gertrud Cornelissen van de VU wetenschappelijk vastgesteld.