Het is in spanning wachten op het mooiste West-Vlaamse woord dat we gauw zullen kennen, op 2 mei via Avondpost op Radio 2, via een verslag op Focus & WTV en via een uitgebreide reportage in Krant van West-Vlaanderen van 4 mei. (Bron)
Van het logo van deze ludieke taal(inter)actie lees ik de mij bekende woorden piempampoentje, jutekakoke, stute, makadam, komeeren, pertangs, tallore, slunze, roetsjboane (glijbaan?), seule (emmer toch), keunekuttels (konijnenkeutels toch), kobbenetten (spinnenwebben toch). Was beetje te laat om te stemmen, zou gegaan zijn voor getuttematooid als allermooiste.
Mijn eerste West-Vlaams dateert van het 6e leerjaar van de basisschool (NL: groep 8) toen we gedichten van Guido Gezelle uit het hoofd moesten leren, en voordragen in de klas. Zoals Moederken, geen beitelwerk van steene – dat gij gelaten hebt alleene. En De averulle en de blomme, blom blom, dom dom. En ’t Wordt al sterre dat men ziet in dat hoog en blauw verschiet – van dat oud en zwart verdriet.
Update
En de winnaar is … een winnares: zurkeltrutte. Een scheldwoord, jawel. Seksistische keuze? Ik wil niet zuur doen, neen, niet op alle woordslakken zout strooien, oh neen, ook ik hou niet van zuurpruimen, of dat nu mannen zijn dan vrouwen. Meer zoets dan zuurs! Ik ben Anna Bijns niet.